Gevolgklassen

Instrumenten voor kwaliteitsborging moeten proportioneel zijn. Daarom zijn er drie gevolgklassen voor bouwwerken, met steeds een hoger maatschappelijk risico. Hoe groter de mogelijke gevolgen van fouten in een bouwwerk, hoe zwaarder de eisen aan de kwaliteitsborger.

Instrumentaanbieders kunnen instrumenten ontwikkelen voor een gevolgklasse, of voor specifieke typen bouwwerken binnen een gevolgklasse. Kwaliteitsborgers kunnen zich daarmee specialiseren. Bij het aanmelden van een instrument voor kwaliteitsborging geeft de instrumentaanbieder altijd aan voor welke gevolgklassen en voor welke typen bouwwerken het instrument geschikt is. Als een bouwwerk meerdere gebruiksfuncties heeft die in verschillende gevolgklassen vallen, geldt voor het hele bouwwerk de hoogste gevolgklasse. 

Gefaseerde invoering

Het stelsel van kwaliteitsborging treedt gefaseerd in werking. Vanaf 1 januari 2024 is kwaliteitsborging verplicht voor nieuw te bouwen bouwwerken in gevolgklasse 1. Verbouw van bouwwerken in gevolgklasse 1 treedt vanaf 1 januari 2025 in werking. Binnen vijf jaar evalueert de minister van BZK het functioneren van het stelsel voor gevolgklasse 1. Aan de hand van die evaluatie bepaalt de minister in hoeverre en wanneer het stelsel wordt uitgebreid naar hogere gevolgklassen.

Gevolgklasse 1

Gevolgklasse 1 bestaat uit relatief eenvoudige bouwwerken zoals woningen, lage bedrijfsgebouwen en kleine infrastructurele werken. Bij deze gevolgklasse zijn de mogelijke maatschappelijke gevolgen van bouwfouten beperkt.

Gevolgklasse 1 (GK1) is onderverdeeld in de volgende typen bouwwerken:

  • GK1-A
    Grondgebonden eengezinswoningen, zoals vrijstaande woningen, twee- onder-een-kapwoningen en rijtjeswoningen, inclusief eventuele garage en andere soort aanbouw;
  • GK1-B
    Woonboten en andere drijvende woningen;
  • GK1-C
    Vakantiehuisjes;
  • GK1-D
    Bedrijfsgebouwen als hoofdgebouw, zoals bedrijfshallen, fabriekspanden, agrarische bouwwerken, opslagruimten en magazijnen van maximaal twee bouwlagen;
  • GK1-E
    Bedrijfsgebouwen als nevenfunctie, zoals bedrijfshallen, fabriekspanden, agrarische bouwwerken, opslagruimten en magazijnen van maximaal twee bouwlagen;
  • GK1-F
    Fiets- en voetgangersbruggen met een maximale overspanning van 20 meter en niet gelegen over een rijks- of provinciale weg (overige bruggen en viaducten uitgesloten);
  • GK1-G
    Overige bouwwerken die geen gebouw zijn en niet hoger zijn dan 20 meter, met uitzondering van infrastructurele voorzieningen en waterkerende bouwwerken.

Beschermde monumenten en bouwwerken waar voor het in gebruik nemen een gebruiksmelding noodzakelijk is vallen momenteel niet in gevolgklasse 1. Dit geldt ook voor bouwwerken waarin de milieubelastende activiteit vergunningplichtig is op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving.

De informatie op deze pagina komt uit de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, de Memorie van toelichting hierop en het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen inclusief de nota van toelichting. Voor de leesbaarheid is informatie weggelaten of aangepast. Aan deze informatie kunnen dus geen rechten worden ontleend.